auche

  1. (spreektaal) warm
    «Le capot de ta bagnole, il est trop auche
    De motorkap van je wagen is ontzettend heet!! [1]
  2. (spreektaal) gevaarlijk
    «Ce Malik, c’est un auche quand il s’embrouille.»
    Die Malik is link als-ie ruzie krijgt. [1]
  3. (spreektaal) lastig, moeilijk
    «Le partiel en math, c’était trop auche
    Het tentamen wiskunde was ontzettend moeilijk. [1]