assonerend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  assonerend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• as·so·ne·rend

Werkwoord

vervoeging van:	assoneren
verbogen vorm:	assonerende

assonerend

1. onvoltooid deelwoord van assoneren

Gangbaarheid

• Het woord assonerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.