• ar·moe
enkelvoud meervoud
naamwoord armoe
verkleinwoord

de armoev / m

  1. is volgens de definitie van de Verenigde Naties het niet kunnen voorzien in de eerste levensbehoeften, armoede
    • Armoe in Nederland is is iets anders dan armoe in Ghana. 
97 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be