appje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  appje    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɛpjə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• app·je

Woordherkomst en -opbouw

•  app zn  met het achtervoegsel -je
  • [2] (verkorting), een verwijzing naar het programma WhatsApp

Zelfstandig naamwoord

het appje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord app
2. dim. tant. (internet) door middel van app verstuurd bericht

Gangbaarheid

• Het woord appje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.