apocoperende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- apo·co·pe·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | apocoperen |
apocoperende
- verbogen vorm van apocoperend, het onvoltooid deelwoord van apocoperen
vervoeging van: | apocoperen |
verbogen vorm: | apocoperendee |
apocoperende