ansiktslöst
- an·sikts·löst
- Afleiding van het Zweedse zelfstandige naamwword ansikte zn (Nederlands: gelaat, gezicht) met het voorvoegsel an-, met het invoegsel -s-, met het achtervoegsel -lös en met de woorduitgang -t
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
ansiktslöst
- onbepaald nominatief onzijdig enkelvoud van ansiktslös