• an·kom·men
  • Afleiding van het Duitse werkwoord kommen met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 4208
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ankommen
kam an
angekommen
Klasse 4 sterk volledig

ankommen

  1. onovergankelijk aankomen [1], arriveren