anderhalvemeterkus
- an·der·hal·ve·me·ter·kus
- afleiding van kus met het voorvoegsel anderhalvemeter-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anderhalvemeterkus | anderhalvemeterkussen |
verkleinwoord | anderhalvemeterkusje | anderhalvemeterkusjes |
de anderhalvemeterkus m
- handkus waarbij men 1,5 meter afstand van elkaar bewaarde zoals verplicht was tijdens de coronaepidemie
- Het woord 'anderhalvemeterkus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.