Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aman·da
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord amanda amanda's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de amandav / m

  1. krentenbroodje met amandelspijs

Gangbaarheid

52 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be