• al·za·pri·ma
enkelvoud meervoud
alzaprima alzaprimas

alzaprima v

  1. (gereedschap) koevoet
vervoeging van
alzaprimar

alzaprima

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alzaprimar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alzaprimar