• als·je·me·nou
  • samentrekking van als je me nou..., met weglating van een persoonsvorm als "bedriegt" of "belazert", in deze schrijfwijze aangetroffen vanaf 1928 (zie vindplaats hieronder) [1]

alsjemenou

  1. (verouderd) drukt verbazing uit
     Alsjemenou,’ zegt ze verbaasd, ‘alleen mams ontbreekt.[2]
     ‘Nou, daar kunnen ze niet tegen’.
    Alsjemenou.... Het doet toch geen zeer?’
    [3]
  1. alsjemenou op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Eefje wint een weddenschap.” (1969), Westfriesland, Hoorn, p. 122
  3.   Weblink bron
    C.F. van Dam
    “Fred Donders onder de Arabieren.” (1928), Valkhoff, Amersfoort, p. 118