• al·leens

alleens

  1. partitief van de stellende trap van alleen
    • Dat is iets alleens... 


  • al·le·ens
Naar frequentie zeldzaam

alleens

  1. genitief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van allé


  • al·le·ens
Naar frequentie zeldzaam

alleens

  1. genitief bepaald mannelijk enkelvoud van allé