allanarse
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
allanarse |
allanaba |
allanado |
volledig |
Werkwoord
allanarse
Woordafbreking
- a·lla·nar·se
- wederkerend
- geëffend worden
- instorten (van gebouw)
- (~ a) zich neerleggen bij, zich schikken in