Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ak·ker·man·ne·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het akkermannetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord akkerman
  2. dim. tant. (zangvogels) benaming voor bonte vogels met lange beweeglijke staart uit het geslacht Motacilla  
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen