agrobusiness
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- agro·busi·ness
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agrobusiness | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de agrobusiness m
- alle bedrijven die betrokken zijn bij de landbouw en de veeteelt
- ▸ De landbouwsector is een van de motoren van de Braziliaanse economie. Het ministerie van Economische Zaken denkt dat het bruto binnenlands product van Brazilië er de komende vijftien jaar zeker 87,5 miljard dollar op vooruit zal gaan, dankzij het akkoord met Brussel. En veel van die groei komt op het conto van de agrobusiness.[1]
Gangbaarheid
- Het woord agrobusiness staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Marc Bessems“Braziliaanse veeteelt en landbouw blij met handelsakkoord, critici bezorgd” (Vrijdag 28 juni 2019, 23:45), NOS