aglomerarse

Spaans

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
aglomerarse	aglomeraba	aglomerado
	volledig

Werkwoord

aglomerarse

Woordafbreking

• a·glo·me·rar·se
• wederkerend

1. samenstromen, samendrommen (van personen)
2. zich ophopen, zich opeenhopen

Synoniemen

• [1-2] agolparse