aggregeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aggregeren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ag·gre·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aggregeren |
aggregeerde |
geaggregeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aggregeren
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord aggregeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aggregeren" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be