aged
- aged
- Voltooid deelwoord van het Engelse werkwoord age in bijvoeglijk gebruik.
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
aged | more aged | most aged |
aged
- op leeftijd
- oud
- «Suddenly and peacefully he passed away at his home in Cambridge on the 29th November 2012; aged 86 years.»
- Plotseling en vredig is hij thuis in Cambridge verleden op de 29 november 2012, 86 jaar oud.
- «Suddenly and peacefully he passed away at his home in Cambridge on the 29th November 2012; aged 86 years.»
- verouderd
aged