afvraagde
- af·vraag·de
afvraagde
- (verouderd), (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afvragen
- Na dese mijne gedagten ontmoete ik een seer Ouden en Vermaarde Vroet-Vrouw, die ik aan sprak en afvraagde, of sij wel in gedagten hadde genomen, waarom soo veel Menschen scheel sagen (...) [1]
- Zelfs kwam de generaal-majoor Bulaw, die de ruiterij onder den generaal Churchill gebood, terug, terwijl men over dat voornemen raadpleegde en het gevoelen der generaals van 't leger hunner Hoog Mogenheden afvraagde. [2]
- Ook toen, verleden jaar, een verre kozijn van ons, die te Brussel woont, ons hare hand afvraagde, gaven wij gereedelijk onze toestemming; [3]
- Hetgeen in sommige opzichten zoveel geleek op mijne omstandigheden: (...), dat ik mij afvraagde of hier eenig misverstand en persoonsverwarring in 't spel is! [4]
- Het woord afvraagde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Leeuwenhoek, A. van; ed. J.J. SwartAlle de brieven. Deel 6: 1686-1687 (1961) N.V. Swets & Zeitlinger, Amsterdam; p. 342; geraadpleegd 2015-03-31
- ↑ Knoop, W.J."1705. Een veldtogt uit den Spaanschen Successie-oorlog." in: De Gids jrg. 29 (augustus 1865) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 460; geraadpleegd 2015-03-31
- ↑ Conscience, H.Volledige werken 10. De plaag der dorpen. Eene welopgevoede dochter. [1912 J. Lebègue, Brussel; p. 14]; geraadpleegd 2015-03-31
- ↑ Muller, J.W."18 (condoleancebrief 5 oktober 1938 aan mevrouw Leonard Willems)" in: Tiecelijn. jrg. 19 nr. 3 (september 2006) Vzw Tiecelijn-Reynaert / Marcel Ryssen, Sint-Niklaas; p. 265; geraadpleegd 2015-03-31
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Sterke werkwoorden op site OnzeTaal.nl; geraadpleegd 2015-03-31