aftroggelaarster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·trog·ge·laar·ster
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van aftroggelaar met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aftroggelaarster | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- vrouwelijke vorm van aftroggelaar
Gangbaarheid
- Het woord 'aftroggelaarster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.