aftimmerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·tim·me·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | aftimmeren |
aftimmerende
- verbogen vorm van aftimmerend, het onvoltooid deelwoord van aftimmeren
vervoeging van: | aftimmeren |
verbogen vorm: | aftimmerendee |
aftimmerende