afstuderend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afstuderend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·stu·de·rend

Werkwoord

vervoeging van:	afstuderen
verbogen vorm:	afstuderende

afstuderend

1. onvoltooid deelwoord van afstuderen

Gangbaarheid

• Het woord afstuderend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.