aflevend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aflevend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·le·vend

Werkwoord

vervoeging van:	afleven
verbogen vorm:	aflevende

aflevend

1. onvoltooid deelwoord van afleven

Gangbaarheid

• Het woord 'aflevend' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.