afgezadeld
- Geluid: afgezadeld (hulp, bestand)
- af·ge·za·deld
- vervoeging van afzadelen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van af bw en gezadeld ww
vervoeging van: | afzadelen… |
verbogen vorm: | afgezadelde |
afgezadeld
- voltooid deelwoord van afzadelen