• af·ge·stomp·te
vervoeging van: afstompen…
verbogen vorm: afgestomptee

afgestompte

  1. verbogen vorm van afgestompt, voltooid deelwoord van afstompen

afgestompte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van afgestompt
     Aangezien alles in het complex gratis was, veroorzaakten ze nauwelijks problemen. Hij bekeek de twee met de blik van een afgestompte werknemer die zich elke dag weer verheugt op het moment dat zijn dienst erop zit.[1]