affrontare
- af·fron·ta·re
affrontare
- overgankelijk trotseren, het hoofd bieden
- overgankelijk de strijd aanbinden met
- «se vogliamo conquistare il titolo, dobbiamo affrontare il campione»
- als we de titel willen veroveren, moeten we de strijd aanbinden met de kampioen
- «se vogliamo conquistare il titolo, dobbiamo affrontare il campione»