achternazenden
- ach·ter·na·zen·den
- samenstelling van achterna bw en zenden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
achternazenden |
zond achterna |
achternagezonden |
klasse 3 | volledig |
achternazenden
- ditransitief iemand die al vertrokken is iets sturen
- Hij kreeg het keurig achternagezonden.
- Het woord achternazenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.