stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
acertar
acertaba
acertado
volledig

acertar

  1. treffen, raakschieten, in de roos schieten
  2. erachter komen, vinden
  3. het goede doen, het juist hebben
  4. er in slagen om, het voor mekaar krijgen om
  1. juist raden
  2. winnen, het juist hebben