• ab·scess·ing
  • Afkomstig van het Latijnse woord abscessus, het voltooid deelwoord van het Latijnse werkwoord abscedere (= verdwijnen, weggaan) met het voorvoegsel abs- en met het achtervoegsel -ing.

abscessing

  1. onvoltooid deelwoord van abscess

abscessing

  1. gerundium van abscess

abscessing

  1. (medisch) de vorming van een abces