aarspillen
- Geluid: aarspillen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈarspɪlə(n) / (3 lettergrepen)
- aar·spil·len
- aarspil met uitgang -en
de aarspillen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aarspil
- ▸ De brandsporen liggen vrij tussen de kafjes en verstuiven; de kale aarspillen, die vaak boven het rijpend gewas uitsteken, blijven over.[1]
- Het woord 'aarspillen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Overzicht van de belangrijkste ziekten en plagen van landbouwgewassen en hun bestrijding”, 9e druk, Plantenziektenkundige Dienst, Wageningen, p. 51