aantoonde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·toon·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aantonen |
aantoonde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aantonen
- ... dat ik aantoonde.
- ... dat jij aantoonde.
- ... dat hij, zij, het aantoonde.
- ... dat ik aantoonde.
Gangbaarheid
- Het woord 'aantoonde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.