aantoon
- aan·toon
vervoeging van |
---|
aantonen |
aantoon
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantonen
- ... dat ik aantoon.
- Het woord aantoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
aantoon |
aangetoon |
volledig |
aantoon
- aantonen
- «Borrie word soms as 'n reagens gebruik om die aanwesigheid van 'n basis (alkali) aan te toon.»
- Geelwortel wordt soms gebruikt als indicator om de aanwezigheid van een base aan te tonen.
- «Borrie word soms as 'n reagens gebruik om die aanwesigheid van 'n basis (alkali) aan te toon.»