Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·stook·sters
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de aanstookstersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aanstookster
     Aegle vervult de rol van spionne die de namen van de aanstooksters zal verraden aan de keizer.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    D.J.M. ten Berge
    “De Koningklyke herderin Aspasia” van Jacob Cats in: De Nieuwe Taalgids., jrg. 69 nr. 4 (juli 1976), H.D. Tjeenk Willink, Groningen, p. 323