aanschouwe
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanschouwe (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- aan·schou·we
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanschouwen |
aanschouwe
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van aanschouwen
- ... dat men aanschouwe.