aanpootten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanpootten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈampotə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·poot·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanpoten |
aanpootten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanpoten
- ...dat wij aanpootten.
- ...dat jullie aanpootten.
- ...dat zij aanpootten.
- ...dat wij aanpootten.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanpootten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.