Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·licht·ten

Werkwoord

vervoeging van
aanlichten

aanlichtten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanlichten
    • ...dat wij aanlichtten. 
    • ...dat jullie aanlichtten. 
    • ...dat zij aanlichtten. 

Gangbaarheid