aanlichtten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanlichtten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanlɪxtə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·licht·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanlichten |
aanlichtten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanlichten
- ...dat wij aanlichtten.
- ...dat jullie aanlichtten.
- ...dat zij aanlichtten.
- ...dat wij aanlichtten.
Gangbaarheid
- Het woord aanlichtten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.