aanhuppelende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·hup·pe·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | aanhuppelen |
aanhuppelende
- verbogen vorm van aanhuppelend, het onvoltooid deelwoord van aanhuppelen
vervoeging van: | aanhuppelen |
verbogen vorm: | aanhuppelendee |
aanhuppelende