aaneenhange
- Geluid: aaneenhange (hulp, bestand)
- aan·een·han·ge
- aaneenhang ww met de uitgang -e
vervoeging van |
---|
aaneenhangen |
aaneenhange
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van aaneenhangen
- ... dat men aaneenhange.
- Het woord aaneenhange staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.