aaneengekleefd
- aan·een·ge·kleefd
- vervoeging van aaneenkleven: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van aaneen bw en gekleefd ww
vervoeging van: | aaneenkleven… |
verbogen vorm: | aaneengekleefde |
aaneengekleefd
- voltooid deelwoord van aaneenkleven