Zundertenaar
- Zun·der·te·naar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Zundertenaar | Zundertenaren |
verkleinwoord | Zundertenaartje | Zundertenaartjes |
de Zundertenaar m
Demoniemen bij Zundert in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Zundertenaar, Zundernaar • inwoonster: Zundertse • bijvoeglijk: Zunderts |
- Het woord 'Zundertenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.