Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Vlis·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Vlistenaar Vlistenaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Vlistenaarm

  1. (demoniem) een inwoner van Vlist, of iemand afkomstig uit Vlist
Verwante begrippen

Gangbaarheid