Vakarauwai
Fijiaans
Uitspraak
- IPA: /βa.ka.rau̯.ˈɰai̯/
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van vakarau ("klaarmaken") en wai ("water"). Zo genoemd omdat de missionarissen wilden vermijden dat de gelovigen dit op de zondag (de "christelijke sabbat") zouden moeten doen.[1]
Zelfstandig naamwoord
Vakarauwai
Dagen in het Fijiaans | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Moniti maandag |
Tusiti dinsdag |
Vukelulu woensdag |
Lotulevu donderdag |
Vakaraubuka vrijdag |
Vakarauwai zaterdag |
Sigatabu zondag |
Verwijzingen
- ↑ R. M. W. Dixon (1988), A Grammar of Boumaa Fijian (Chicago: The University of Chicago Press), p. 166.