• IPA: /si.ŋa.ˈta.mbu/
  • Samenstelling van siga ("dag") en tabu ("heilig"). Zo genoemd door de christelijke missionarissen.[1]

Sigatabu

  1. zondag


Dagen in het Fijiaans
Moniti
maandag
Tusiti
dinsdag
Vukelulu
woensdag
Lotulevu
donderdag
Vakaraubuka
vrijdag
Vakarauwai
zaterdag
Sigatabu
zondag


  1. R. M. W. Dixon (1988), A Grammar of Boumaa Fijian (Chicago: The University of Chicago Press), p. 166.