Tripolitaanse
- Tri·po·li·taan·se
- Afgeleid van Tripolitaans met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Tripolitaanse | (Tripolitaansen) |
verkleinwoord |
de Tripolitaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Tripoli, of een vrouw afkomstig uit Tripoli
Demoniemen bij Tripoli in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Tripolitaan • inwoonster: Tripolitaanse • bijvoeglijk: Tripolitaans |
Tripolitaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Tripolitaans
- Het woord 'Tripolitaanse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.