Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·no·cer

Werkwoord

conocer

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
conocer
conocía
conocido
volledig
  1. onovergankelijk (~ de) verstand hebben van, een kenner zijn van
  2. (~ de/en) kennis nemen van
  3. overgankelijk kennen, weten, leren kennen
  4. herkennen, onderscheiden
Synoniemen