Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • So·fi·oot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Sofioot Sofioten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Sofiootm

  1. (demoniem) een inwoner van Sofia, of iemand afkomstig uit Sofia
Verwante begrippen

Gangbaarheid