Sleidingenaar
- Slei·din·ge·naar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Sleidingenaar | Sleidingenaars |
verkleinwoord |
de Sleidingenaar m
Demoniemen bij Sleidinge in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Sleidingenaar • inwoonster: Sleidingse • bijvoeglijk: Sleidings |
- Het woord 'Sleidingenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.