Paramaribose
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Pa·ra·ma·ri·bo·se
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Paramariboos met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Paramaribose | Paramaribosen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Paramaribose v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Paramaribo, of een vrouw afkomstig uit Paramaribo
Verwante begrippen
Demoniemen bij Paramaribo in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Paramariboër • inwoonster: Paramaribose • bijvoeglijk: Paramariboos |
Bijvoeglijk naamwoord
Paramaribose
- verbogen vorm van de stellende trap van Paramariboos
Gangbaarheid
- Het woord Paramaribose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.