• Noord-Afri·kaan·se

Noord-Afrikaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Noord-Afrikaans
enkelvoud meervoud
naamwoord Noord-Afrikaanse Noord-Afrikaansen
verkleinwoord

de Noord-Afrikaansev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Noord-Afrika, of een vrouw afkomstig uit Noord-Afrika