• Ma·ri·aan·se
enkelvoud meervoud
naamwoord Mariaanse (Mariaansen)
verkleinwoord

de Mariaansev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van de Noordelijke Marianen, of een vrouw afkomstig uit de Noordelijke Marianen

Mariaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Mariaans